Organisatie

Het​ ​onderwijs​ ​in​ ​bouwen,​ klassen​ ​en​ ​stages 

Op VSO Meerklank werken we met twee onderwijsteams: de leerkrachten van de A-stroom (inclusief de Doorstroomklas) en de leerkrachten van de B-stroom. In elk team werken de leerkrachten samen. Zij dragen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor het onderwijs en de ontwikkeling van alle leerlingen van de stroom en nemen hierover besluiten. Ze overleggen met elkaar, delen hun kennis en helpen elkaar. Dit gaat onder andere over de leerdoelen, de manier van lesgeven en de ondersteuning die de leerlingen nodig hebben. De schoolleider sluit vaak aan om mee te denken. Het advies van specialisten zoals de intern begeleider of schoolpsycholoog wordt gevraagd voordat het team besluiten neemt. Overleg met het eigen klasteam gaat over het dagelijks reilen en zeilen in de klas. Hierbij hoort ook het contact met ouders/verzorgers.

Meerklank biedt de leerlingen een sociaal veilig pedagogisch leefklimaat en heeft tevens de opdracht leerlingen weerbaar te maken. Daarvoor wordt binnen elk vakgebied bewust gewerkt aan redzaamheid en weerbaarheid. We kijken goed naar wat de leerling (zelfstandig) kan, hoe hij of zij omgaat met gevoelens en wat de leerling nodig heeft om te ontwikkelen.

Op VSO Meerklank werken we met drie bouwen: onderbouw, middenbouw en bovenbouw. In het ontwikkelingsperspectief staat wat we verwachten dat de leerling aan het einde van de schooltijd kan op verschillende gebieden, zoals taal, rekenen, omgaan met anderen, werken en vrije tijd. We vergelijken de ontwikkeling van de leerling steeds met wat we verwachten bij de uitstroom. Hoe ouder de leerling wordt, hoe meer de lessen passen bij wat hij of zij later gaat doen. In de bovenbouw komen er meer sector- of praktijkvakken en stages bij.

 

Onderbouw: Oriëntatiefase, leerjaar 1 en 2 (12-14 jaar)

Leerlingen krijgen veel les in ‘schoolse vakken’ zoals taal en rekenen. Ze maken ook kennis met verschillende praktijkvakken. Bij alle vakken is het aanleren en uitbouwen van zelfredzaamheid, werkhouding en sociale vaardigheden belangrijk. p. 

Middenbouw: Integratiefase leerjaar 3 en 4 (14-16 jaar)

In deze fase zijn praktijkvakken belangrijk. Leerlingen lopen ook stage binnen school en - in een groep onder begeleiding van een schoolmedewerker - buiten school (de LOL-stage= Leren op locatie). In uitzonderlijke gevallen is er al een stage op een externe stageplek. Zo onderzoeken we de mogelijkheden voor iedere leerling. Aan het eind van deze fase wordt er een profiel gemaakt met interesses van de leerling. Dat gebeurt op basis van wat de leerkracht ziet én wat de leerling zelf aangeeft in een arbeidsinteressetest. Rond deze tijd – wanneer de leerling bijna naar de bovenbouw gaat – kijken de leerling, ouders/verzorgers en een stagecoördinator vooruit naar het stage-/uitstroomtraject en maken zij afspraken op basis van de wensen, verwachtingen en mogelijkheden die op dat moment bekend zijn.

Bovenbouw: Transitiefase leerjaar 5 t/m 8 (16-20 jaar)

In de bovenbouw werken we steeds meer aan de doelstellingen binnen het ontwikkelingsperspectief. Het lopen van stages neemt een steeds belangrijkere plaats in richting de vastgestelde uitstroombestemming. Daarbij kijken we ook naar het talent, de interesses en mogelijkheden van de leerling. Ouders/verzorgers worden hierbij betrokken. Leerlingen verlaten de school meestal als ze tussen de 18 en 20 jaar oud zijn.

Doorplaatsing naar de volgende bouw

Een leerling doorloopt meestal eerst de onderbouw (2 jaar), daarna de middenbouw (2 jaar) en daarna de bovenbouw (2 tot 4 jaar). Soms is er een reden om een leerling van klas te laten wisselen. Dit kan elk moment in het schooljaar gebeuren. Hierdoor kan het doorlopen van de bouwen worden verkort of verlengd. De Commissie van Begeleiding besluit hierover, na overleg met ouders.