Aanmelding, toelating en begeleiding
U vindt hier globaal informatie op welke manier wij binnen onze school de leerlingen met hun specifieke onderwijsbehoeften begeleiden. Ook is de manier waarop wij leerlingen begeleiden, die in hun ontwikkeling stagneren, beschreven in ons beleidsdocument ‘ondersteuningsstructuur’ en in de ‘CvB onderwijszorgcyclus’. U kunt deze documenten opvragen bij de schoolleider of de Intern begeleider.
Instroom: kennismaking, aanmelding, toelatingsprocedure
Ouders die hun kind willen aanmelden bij Meerklank, worden uitgenodigd voor een kennismaking. Er is een open dag en er kan een gesprek plaatsvinden met de intern begeleider. Samen wordt gekeken of onze school goed past bij het kind. Als ouders voor onze school kiezen, melden zij hun kind aan. Voor leerlingen die in het eerste leerjaar van een nieuw schooljaar komen, gebeurt dit via de school van herkomst in ‘Onderwijs Transparant’. Dit systeem wordt regionaal gebruikt voor alle aanmeldingen. Alle aanwezige informatie wordt samengevoegd in het startdocument en besproken in de Commissie van Begeleiding (CvB). Soms is er extra informatie of observatie nodig. Aan de hand van een aantal criteria komt de CvB met een advies m.b.t. plaatsing. Een leerling kan worden geplaatst als hij of zij past bij het onderwijs en de ondersteuning die onze school kan bieden. Het kan zijn dat de CvB besluit dat de leerling (nog) niet, of alleen met extra ondersteuning vanuit zorg geplaatst kan worden. Bij een positief besluit krijgen ouders een plaatsingsbrief.
Toelaatbaarheidsverklaring
Een leerling kan pas op Meerklank worden ingeschreven als er een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) is. Deze verklaring komt van het samenwerkingsverband van de regio waar het kind woont. Er zijn drie soorten: laag, midden of hoog. Als de CvB na aanmelding besluit dat onze school geschikt is, vraagt Meerklank de TLV aan. Dit moet binnen zes weken gebeuren, in uitzonderingsgevallen binnen 10 weken. Ouders moeten de aanvraag ondertekenen. Als de TLV is afgegeven, maken we afspraken over de plaatsing.
SO Meerklank hoort bij het samenwerkingsverband PO Zuid Oost Utrecht, afgekort ZOUT.
VSO Meerklank maakt deel uit van het samenwerkingsverband VO Zuid Oost Utrecht.
Aanvullende zorg
Als de CvB ziet dat een leerling meer ondersteuning en hulp nodig heeft dan de school kan bieden, vragen we ouders om die extra zorg aan te vragen bij de gemeente. De intern begeleider bespreekt dit met ouders. Soms is zwaardere zorg nodig via de Wet Langdurige Zorg (WLZ). Het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) bepaalt of een kind daarvoor in aanmerking komt. De extra zorg is voorwaardelijk voor het volgen van het onderwijs. Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor het aanvragen van de zorgindicatie. De intern begeleider kan helpen door contact te leggen met de schoolmaatschappelijk werker of met iemand van de gemeente die hierover gaat. Op onze school komt de zorg altijd van Reinaerde.
Medische voorzieningen
Op onze school zijn voorzieningen voor leerlingen met een extra zorgvraag, zoals een gehandicaptentoilet. (en een lift op het SO)
Schoolarts
De schoolarts van Meerklank is ook jeugdarts bij de GGD Zeist. Voor leerlingen die wonen bij Amerpoort-Christophorus is er contact met de arts van het Gezondheidscentrum Christophorus. Alle leerlingen worden eens in de twee jaar onderzocht. Ouders en leerlingen krijgen hiervoor een uitnodiging.
Epilepsie
Voor elke leerling met epilepsie wordt in overleg met de ouders een protocol opgesteld. Daarin staat wat te doen bij een aanval. Alle medewerkers die met de leerling werken, kennen dit protocol. Bij de bespreking van het ontwikkelingsperspectiefplan kijken we of het protocol moet worden aangepast. Ook voor andere aandoeningen maken we, als dat nodig is, een handelingsprotocol.
Medicijnen
Sommige leerlingen hebben medicijnen nodig op school. Daarvoor is een protocol. In het OPP staat of de leerling de medicijnen zelf kan innemen, of dat de school toestemming heeft om de medicijnen toe te dienen.
Plaatsing
Als de CvB de leerling heeft aangenomen en de toelaatbaarheidsverklaring (en eventueel zorgindicatie) geregeld is, volgt een intakegesprek en wordt de leerling geplaatst. De CvB bepaalt een voorlopig ontwikkelingsperspectief. Op basis daarvan wordt een klas gekozen, passend bij de leeftijd en de mogelijkheden en ondersteuningsbehoeften van de leerling. Ook wordt gekeken of er speciale afspraken voor deze leerling nodig zijn. In de eerste vier weken kijkt de leerkracht wat de leerling kan en nodig heeft, en past het groepsplan daarop aan. Deze bevindingen gaan terug naar de CvB en helpen bij het vaststellen van het definitieve ontwikkelingsperspectief. Samen met ouders en de leerling (hoorrecht) wordt dit besproken, en na uiterlijk zes weken ondertekenen ouders het OPP.