Aan het begin van het schooljaar 2025-2026 heeft VSO Meerklank 10 klassen.
De klassen zijn verdeeld in drie groepen:
- Onderbouw: overwegend leerjaar 1 en 2 (9 en 10)
- Middenbouw: overwegend leerjaar 3 en 4 (11 en 12)
- Bovenbouw: leerjaar 5, 6, 7 en soms 8 (13, 14, 15,soms 16)
| A-stroom |
B-stroom |
| Klas 1A (onderbouw |
Klas 1B (onderbouw) |
| Klas 2A (onderbouw) |
Klas 2B (middenbouw) |
| Klas 3A (middenbouw) |
Klas 3B (middenbouw-bovenbouw) |
| Klas 4A (bovenbouw) |
Klas 4B (bovenbouw) |
| Klas 5A (bovenbouw) |
|
| Doorstroomklas (gemengd)* |
|
- De doorstroomklas is er op dinsdag, woensdag en donderdag (in totaal 5 dagdelen)
Aan het einde van de VSO-schooltijd zijn er drie mogelijkheden voor de toekomst:
- Dagbesteding (op verschillend niveau)
- (Beschermde) arbeid (werken met begeleiding)
- Vervolgonderwijs (zoals mbo)
Op Meerklank bereiden we leerlingen voor op dagbesteding en (beschermde) arbeid.
We bieden geen onderwijs richting vervolgonderwijs.
De meeste leerlingen op Meerklank gaan na school naar (licht) arbeidsgerichte dagbesteding. Een klein deel gaat naar ervaringsgerichte dagbesteding. Ongeveer 10–15% van de leerlingen gaat werken in beschermde arbeid. Heel soms gaat een leerling met uitstroomrichting beschermde arbeid (BA) toch door naar een mbo-entreeopleiding en stroomt dus uit boven het gestelde perspectief.
- In de A-stroom is de lesstof gericht op arbeidsgerichte dagbesteding (AD) en beschermde arbeid (BA).
- In de B-stroom is de lesstof gericht op licht arbeidsgerichte dagbesteding (LAD). Leerlingen in de route ervaringsgerichte dagbesteding (ED) krijgen extra ondersteuning binnen het LAD-aanbod.
Op onze school hebben leerlingen verschillende mate van ondersteuning nodig (ondersteuningsintensiteit). Dit zegt iets over hoeveel hulp/nabijheid een leerling nodig heeft en daarmee over de leerroute en uitstroombestemming.
De eerste groep leerlingen heeft een (zeer) ernstige verstandelijke beperking (IQ lager dan 35) èn
- heeft heel veel hulp nodig bij het leren en de omgang met anderen.
- heeft veelal een sociaal-emotionele ontwikkeling van minder dan 2 jaar oud.
- leert vooral door lichamelijke ervaringen, dus via aanraking en beweging.
- heeft over het algemeen zeer intensieve ondersteuning nodig op alle vier ondersteuningsgebieden volgens het Landelijk Doelgroepenmodel (LDGM).
Deze leerlingen gaan na school naar ervaringsgerichte dagbesteding (ED) en volgen leerroute 1.
De tweede groep leerlingen heeft een matige verstandelijke beperking (IQ tussen 35 en 55) èn
- heeft veel hulp nodig bij het leren en in de omgang met anderen.
- heeft over het algemeen intensieve ondersteuning nodig op de vier ondersteuningsgebieden (volgens het LDGM-model).
De meeste van deze leerlingen gaan na school naar licht arbeidsgerichte dagbesteding (LAD) en volgen leerroute 2.
| De derde groep leerlingen is op te splitsen, namelijk in: |
1. Leerlingen met een matig verstandelijke beperking (IQ tot 55) die
- meer hulp nodig hebben dan gemiddeld bij het leren en in de omgang met anderen.
- over het algemeen voortdurende ondersteuning nodig hebben op de vier ondersteuningsgebieden (volgens het LDGM-model).
|
2. Leerlingen met een licht verstandelijke beperking (IQ tussen 55 en 75) die
- meer hulp nodig hebben dan gemiddeld bij het leren en in de omgang met anderen.
- een groot verschil laten zien tussen hun leervermogen en hun sociale ontwikkeling.
- op maximaal 2 ondersteuningsgebieden intensieve ondersteuning nodig hebben en op de andere gebieden voortdurende of regelmatige ondersteuning (volgens het LDGM-model).
|
|
Deze leerlingen gaan na school vooral naar arbeidsgerichte dagbesteding (AD) en volgen leerroute 3.
|
|
De vierde groep leerlingen heeft een licht verstandelijke beperking (IQ maximaal 75) èn
- heeft meer hulp nodig dan gemiddeld bij het leren en in de omgang met anderen.
- laat een groot verschil zien tussen hun leervermogen en hun sociale ontwikkeling.
- heeft op maximaal 2 ondersteuningsgebieden voortdurende ondersteuning nodig en op de andere gebieden regelmatige ondersteuning (volgens het LDGM-model).
Deze leerlingen stromen vooral uit naar (beschermde) arbeid (BA) en volgen leerroute 4.
Doorstroomklas
Naast de 4 groepen leerlingen is er een groep leerlingen van 12-16 jaar die bij hun komst op Meerklank extra aandacht nodig heeft. Zij volgen voor de aanmelding geen onderwijs of kunnen geen geschikte school vinden bij de overstap naar het middelbaar onderwijs of na een behandeltraject. Zij hebben
- een licht of matig verstandelijke beperking.
- meer hulp nodig dan gemiddeld bij het leren en extreme behoefte aan sociale veiligheid in (zeer) kleine groepen.
- een laag sociaal-emotioneel ontwikkelingsniveau en/of een groot verschil tussen hun leervermogen en hun sociale ontwikkeling.
- bijkomende gedragsproblematiek.
- (zeer) intensieve ondersteuning nodig op meerdere ondersteuningsgebieden (volgens het LDGM-model).
Deze leerlingen worden geplaatst in de doorstroomklas. Dit biedt hen de kans om in een veilige omgeving en met maatwerk naar school te gaan. Er is veel afstemming met hun ouders of verzorgers. De plaatsing is voor maximaal vijf dagdelen (dinsdag, woensdag, donderdag) per week en er is plek voor maximaal vier leerlingen. Het doel is om de leerling binnen één of twee jaar door te laten stromen naar een klas op Meerklank of door te verwijzen naar een andere school of een dagbesteding. De doorstroomklas wordt begeleid door een psychologisch-pedagogisch vakleerkracht, en het lesprogramma wordt op termijn samen met de leerkracht van de nieuwe klas gemaakt. De aanpak en begeleiding worden in overleg met een schoolpsycholoog bepaald.
|
Uitstroom
Onze leerlingen zijn de afgelopen jaren uitgestroomd naar de onderstaande vervolgplekken. In het afgelopen schooljaar was de uitstroom passend bij het basisaanbod van onze school: het merendeel van de leerlingen stroomde uit naar een plek passend bij perspectief (licht) arbeidsgerichte dagbesteding. Drie leerlingen stroomden uit naar vervolgonderwijs (MBO 1). Dit is uitzonderlijk.
De bestendiging van de leerlingen op hun vervolgplek is al jarenlang 90% of hoger.
| UItstroom naar: |
2022 |
2023 |
2024 |
| Vervolgonderwijs |
- |
9% |
16% |
| Arbeid (beschermd) |
7% |
9% |
6% |
| 93 |
|
82% |
72% |
| Ervaringsgerichte dagbesteding |
- |
- |
6% |
De vervolgplekken in de dagbesteding zijn vooral in zorginstellingen, zoals Abrona, Reinaerde en Amerpoort. Het gaat hierbij met name om plekken in cafetaria’s en restaurants, in ateliers en op zorgboerderijen. De vervolgplekken voor (beschermde) arbeid kunnen erg verschillen: van beschermd werken bij de BIGA Groep tot een -op de leerling afgestemde- gesubsidieerde werkplek bij een regulier bedrijf. Met name in het reguliere bedrijf is de ‘gunfactor’ voor onze leerlingen een belangrijke voorwaarde voor succes.
Meerklank streeft ernaar dat minimaal 80% van de leerlingen uitstroomt op het gestelde ontwikkelingsperspectief (of daarboven). Dat betekent dat de uitstroombestemming past bij de gevolgde leerroute (of zelfs op hoger niveau ligt). In enkele gevallen blijkt een leerling toch niet de uitstroombestemming van het gestelde perspectief te kunnen behalen.
In het afgelopen schooljaar stroomden vier leerlingen uit boven het gestelde perspectief. Een leerling met perspectief arbeidsgerichte dagbesteding werkte zo goed op zijn stageplek dat hij een werkplek aangeboden kreeg en kon uitstromen naar (beschermde) arbeid. Een leerling met perspectief (beschermde) arbeid maakte in het laatste jaar een zodanige ontwikkeling door, dat zij is toegelaten tot het MBO. Twee andere leerlingen met perspectief (beschermde) arbeid zijn begonnen aan een entreeopleiding (mbo 1) via hun werkplek.
Twee leerlingen met perspectief (beschermde) arbeid stroomden uit onder het gestelde perspectief naar dagbesteding. Een van hen heeft gekozen voor de dagbestedingsplek vanwege de aard van de werkzaamheden en de extra begeleiding die daar wordt geboden. De ander kwam door ziekte een tijdlang thuis te zitten en daarom sloot de gekozen dagbestedingsplek beter aan bij de ondersteuningsbehoefte.
Van de uitgestroomde leerlingen heeft 89% de leerdoelen passend bij hun ontwikkelingsperspectief behaald. De leerlijn rekenen valt op met betrekking tot resultaten onder niveau. Aan deze leerlijn is al aandacht besteed en dit wordt voortgezet (zie ook schoolplan). Ook heeft 89% van de leerlingen de passende ondersteuningsbehoefte bij uitstroom behaald. Het ondersteuningsgebied sociaal-emotionele ontwikkeling valt op. Veel leerlingen hebben op dit gebied blijvend extra ondersteuning nodig en kunnen met die ondersteuning functioneren op hun uitstroombestemming.
|
Uitstroom naar:
|
2022
|
2023
|
2024
|
|
uitstroombestemming op het gestelde OPP
|
79%
|
82%
|
67%
|
|
uitstroombestemming onder het gestelde OPP
|
21%
|
9%
|
11%
|
|
uitstroombestemming boven het gestelde OPP
|
-
|
9%
|
22%
|